Er zijn allerlei klachten mogelijk die zich ook op verschillende plaatsen kunnen voordoen in het gebied tussen vinger, schouderblad en nek. Ook kunnen de klachten van een lichaamsdeel naar een ander verhuizen. Het ontwikkelen van RSI doorloopt globaal gezien drie fases:
Fase 1: Minder ernstig
In deze eerste fase voel je pijn, vermoeidheid of krampen aan de vingers, handen, polsen, armen, schouders of nek. Deze pijn is plaatselijk en gaat vaak gepaard met krampen of een dof gevoel. Je ervaart deze klachten vooral als vervelend, en zeker niet als verontrustend. Hoe en wanneer uiten deze klachten zich?
- Ze ontstaan meestal tijdens het werk of na een lange of stressvolle periode.
- In je vrije tijd of ’s nachts blijven de klachten weg.
- De pijn verdwijnt snel als je stopt met werken of na een korte rustperiode.
- Er is dus een duidelijke relatie tussen het uitvoeren van bepaalde taken en de klachten.
In deze fase kan je de klachten met relatief eenvoudige maatregelen terugdringen of zelfs volledig laten verdwijnen. Je moet ze wel ernstig nemen en tijdig ingrijpen.
Fase 2: Ernstig
In deze tweede fase treden de klachten ook buiten de werktijd op en gaan ze je nachtrust verstoren. De duidelijke relatie tussen je werkzaamheden en de klachten verdwijnt. Ook normale taken kan je niet meer altijd zonder pijnklachten uitvoeren. Hoe en wanneer uiten deze klachten zich?
- Ze breiden zich uit tot tintelingen, irritaties, brandend gevoel en zelfs krachtverlies.
- De pijn breidt zich uit naar andere delen van het lichaam en is niet langer exact te lokaliseren.
- De klachten treden sneller op en verdwijnen ook minder snel.
In deze fase kan je de klachten niet langer ontkennen. Je moet nu in elk geval zorgen voor een goede revalidatie, zodat je de RSI tot een aanvaardbaar niveau kan terugbrengen. Je neemt daarvoor best contact op met een (bedrijfs)arts.
Fase 3: Zeer ernstig
De derde fase treedt in als de pijn bijna continu aanwezig is, ook als je rust en niet aan het werk bent. Hoe en wanneer uiten deze klachten zich?
- Je kent een verlamd gevoel met duidelijke tintelingen en pijnlijke plekken die koud aanvoelen.
- Er kunnen zwellingen ontstaan in de armen.
- Je huidskleur kan veranderen.
- Je verliest je coördinatievermogen, gevoel en kracht.
- Vaak treden er slaapproblemen op door het vele wakker worden of blijven door de klachten.
In deze fase is de duidelijke relatie tussen het moment van pijn en de oorzaak volledig verdwenen. Werken en de gewone dagelijkse bezigheden worden soms nauwelijks nog mogelijk, met alle fysieke en emotionele gevolgen. Maar hoop doet leven: al zijn de klachten over het algemeen langdurig, herstel blijft mogelijk.